Vuilnisbak op straat

Column WSD Gelderse Vallei: Schaamteloosheid

Schaamte is een sociale constructie. Je schaamt je omdat je bang bent niet aan de verwachtingen van je omgeving te voldoen. Of die van jezelf. Schaamte is angst om uit de gemeenschap te vallen. Daarmee is het een belangrijke aanjager van sociaal wenselijk gedrag. 

De socioloog Erving Goffman (1922 – 1982), die in de jaren zestig onderzoek deed naar het lot van mensen in psychiatrische instellingen, had ook veel oog voor schaamte. Psychiatrisch patiënten schamen zich omdat zij niet aan de eisen van de samenleving kunnen voldoen. Die schaamte is volgens Goffman onderdeel van de behandeling. Zo wees hij er op dat veel psychiatrische ziekenhuizen een hiërarchische afdelingenstructuur hadden: de ambulante, de open en de gesloten afdeling. Als patiënt scoorde je als je van de gesloten afdeling opklom naar de open of ambulante afdeling. Een teken dat je weer normaler werd. Patiënten die sociaal onwenselijk gedrag vertoonden werden teruggezet. Schaamte was hun lot. Het is me weer niet gelukt. Hun gevoel van schaamte motiveerde hen tegelijkertijd om zich opnieuw in te zetten om normaal te worden. Maar soms was er geen schaamte meer. In het putje van de psychiatrische kliniek verbleven volgens Goffman de patiënten die alle hoop op normaal leven hadden opgegeven. Voor hen is er geen reden meer zich zo normaal mogelijk te gedragen. Het doet er niet meer toe. We kunnen het toch niet. Op die afdelingen dreigde volgens Goffman absoluut moreel verval. In tal van thrillers kom je dit type psychiatrische patiënten tegen.

'Schaamte is angst om uit de gemeenschap te vallen'

De observaties van Goffman zijn raak maar ook wat gedateerd. Want zelfs al ben je nu zwaar in de war, dreigt er gevaar, de psychiatrische kliniek kom je nauwelijks meer in. Het is alsof de kliniek zelf gesloten is. Wat rest is nog wat zorg thuis. Maar ook daar wordt het tekort aan behandelend artsen, begeleiders en verpleegkundigen voelbaar. 

Wat dit betekent werd mij duidelijk toen ik van de week in Utrecht liep. In het centrum is het daar immens druk. Dus heeft het gemeentebestuur er om de 200 meter een vuilnisbak neergezet. Een stalen bak met achter een gesloten deurtje een vuilniszak. Door de hoge frequentie van het aantal bakken gooi je daar als vanzelf je vuil in. 

Bij een van die bakken zat een vrouw op haar knieën. Broodmager, hardop pratend in zichzelf. Blijkbaar had ze een sleutel van die bakken bemachtigd, want het deurtje stond open. Ze had de zak er al uit gehaald en graaide daarin met haar rechterhand. Wat haar hinderde gooide ze op straat. In haar linker had ze zo’n blauwe zak met daarin de buit van deze dag: lege plastic flessen elk goed voor een dubbeltje statiegeld. Ze zal ongeveer een tientje bij elkaar hebben gegraaid. 

'Ik denk dan: engelen bestaan toch'

Ik liep door en zag dat zij een spoor van open gemaakte vuilnisbakken had achtergelaten. En rond die vuilnisbakken lagen opengescheurde vuilniszakken, straatvuil enzovoorts. Eerst vond ik het een schrijnend beeld van de ongelijkheid in onze samenleving. Mensen die achteloos plastic flesjes weggooien omdat ze het statiegeld teveel gedoe vinden en een vrouw die zich door het vuil ploegt omdat voor haar elk dubbeltje telt. Maar toen zag ik die vrouw weer voor mij. Vuil, rillerig, wellicht verslaafd of alleen maar dakloos. In elk geval verward en bezeten graaiend in het vuil der rijken. En schaamteloos. Geen enkele verlangen meer om bij die winkelende massa te horen. Als ze al iets verwachtte van de schare dan was het verachting.  

Ik had ooit een student die niets liever deed dan even bij dit soort mensen op straat zitten. Op de knieën. Wat kletsen, wat dollen, soms even bidden, soms alleen een groet. Zij is niet de enige. Elke woensdagavond staan er vrijwilligers bij het station Ede-Wageningen met een soepbus van het Leger des Heils: soep, koffie thee en veel zoets. Daklozen verzamelen zich daar, met de BOA’s. Soms lijkt het alsof ze net als Wilders een eigen bewaker hebben. Onverstoorbaar en met veel plezier blijven die vrijwilligers koffie schenken, dollen, kletsen en menselijke waardigheid uitdelen. Ik denk dan: engelen bestaan toch. En: veel maatschappijkritischer kan een sociale basis niet zijn. 

Wim Dekker
WSD Gelderse Vallei