Arm in een rijke gemeente
Kinderarmoede en de kansenongelijkheid die daarbij hoort, staan de laatste tijd volop in de aandacht, mede als gevolg van de televisieserie 'Klassen'. Bij kinderarmoede denken we vaak aan een grootstedelijke omgeving. Terecht, want in de grote steden groeien relatief veel kinderen in armoede op en is armoede ook ruimtelijk meer geconcentreerd in bepaalde wijken.
Dat neemt niet weg dat ook op het platteland en zelfs in relatief welvarende gemeenten kinderen opgroeien in armoede. Er is betrekkelijk weinig onderzoek gedaan naar kinderen die in zo’n omgeving in armoede opgroeien. Lopen zij tegen dezelfde beperkingen aan? Is kansenongelijkheid groter of juist minder groot wanneer jij de enige in de klas bent die niet op vakantie gaat?
Om dat uit te zoeken voerden we vanuit de Werkplaats Sociaal Domein Twente een onderzoek uit in de gemeenten Tubbergen en Dinkelland, waar ongeveer 1 op de 20 kinderen opgroeit in een gezin met een laag inkomen. We spraken met medewerkers van de gemeenten en interviewden kinderen in de leeftijd van 11 tot en met 14 jaar, hun ouders en hun leerkrachten. Het rapport, met aanbevelingen voor scholen en welzijnswerk is onlangs verschenen.