Lector Maja Ročak (WSD Noord-Brabant Fontys): ‘Professionals moeten zich meer aansluiten bij de gemeenschap’
Maja Ročak is lector Sociale Veerkracht bij Sociale Studies aan Fontys Hogeschool, samen met Mariël van Pelt. Hier houdt zij zich bezig met de vraag hoe sociale professionals hun handelen kunnen versterken en onderbouwen. ‘Professionals denken veelal vanuit hun eigen perspectief.’
Welk project of initiatief van jullie Werkplaats wil je hier in de etalage zetten?
‘Een onderzoek van onze collega Lydia van Dinteren. Zij woonde een jaar lang in een Eindhovense buurt. Het opstellen van een kennisagenda voor WSD Noord-Brabant Fontys, tweeënhalf jaar geleden, vormde de aanleiding. Waar lopen onze werkveldpartners precies tegenaan en wat kan de WSD hierin doen? Een conclusie was: we moeten iets met de sociale basis. Gemeenschapsontwikkeling moet steeds weer het vertrekpunt zijn, voor beleid, voor het handelen van professionals – maar hoe dan? Uit onderzoek weten we dat er al heel veel gebeurt in de wijk. Tegelijk hoor je overal hoe moeilijk het is om bewoners te bereiken. Ze komen bijvoorbeeld niet naar meetings die voor hen worden georganiseerd. Daar is een mismatch; wellicht worden ze overvraagd. Het maken van verbindingen is niet vanzelfsprekend. Om deze uitdaging beter te begrijpen, besloot Lydia een jaar lang in de wijk – waarvan we de naam in het kader van stigmatisering overigens niet noemen – zowel als bewoner als onderzoeker te wonen. Dit gaf haar een unieke positie om te observeren en deel te nemen aan het dagelijks leven en de gemeenschappen in de wijk. Lydia’s onderzoek richtte zich op het in kaart brengen van de aanwezige gemeenschappen en het onderzoeken van de onderlinge verbindingen tussen bewoners en professionals. Gedurende haar verblijf ontdekte zij dat er diverse initiatieven en informele netwerken bestaan, maar dat deze vaak langs elkaar heen werken.
Lydia beschrijft haar zoektocht naar het bewonersperspectief en het belang van sociaal professionals binnen opbouwwerk. Een belangrijke conclusie: er is veel sociaal kapitaal in de wijk, maar dit blijft vaak buiten het zicht van professionals. Er werd voor elkaar gezorgd, er was mantelzorg, men sprak elkaar aan als dit nodig was. Een andere bevinding: in de wijk barst het van de professionals – van social designers en woningcorporaties tot zorginstellingen – maar er is weinig continuïteit en juist veel versnippering. De bewoners zien steeds weer iemand anders, weten niet bij wie ze terecht kunnen met hun vragen. Ondertussen zitten de agenda’s van al deze professionals vol, ze doen genoeg, maar door die drukte komt er weinig van echt outreachend naar bewoners. Ze denken veelal vanuit hun eigen perspectief, zijn bijvoorbeeld verbaasd dat niemand de app gebruikt die zij hebben bedacht. Nog een inzicht: bewoners die negatief opvallen, bijvoorbeeld doordat ze zich negatief uitlaten, schelden en schreeuwen, zijn vaak wél betrokken, alleen uiten ze zich anders dan wij zouden doen. Samengevat: er is ruimte voor de professionals om zich meer aan te sluiten bij de gemeenschap, er meer in op te gaan. Dat klinkt mooi, en niemand is ertegen, maar het vraagt veel: tijd, aandacht, openstaan voor andere perspectieven. En dat gaat niet alleen om de goede wil van de professionals, maar ook om de vaak beperkte kaders waarbinnen zij moeten opereren om dit voor elkaar te krijgen.’
Waarom is dit project maatschappelijk gezien belangrijk?
‘In ons onderzoek signaleren we dat er vaak sprake is van een overkill aan professionals in de wijk. Bewoners voelen zich overvraagd, er zijn talloze loketten en niet één herkenbaar gezicht of vertrouwenspersoon bij wie ze met al hun vragen terechtkunnen; om nog te zwijgen van al die studenten die – kort door de bocht – kortdurende sociale projectjes uitvoeren en weer vertrekken. Drukte in de wijk en een mismatch tussen verschillende verwachtingen is niet alleen in Noord-Brabant het geval, het is een landelijke trend waar we gezamenlijk iets aan zouden moeten doen, zeker vanuit de WSD.
Aan gemeenschappen werken vraagt tijd en betrokkenheid. In de afgelopen decennia is dat grotendeels wegbezuinigd en nu blijkt dat er een slimme strategie voor nodig is om die onderlinge verbinding weer tot stand te brengen. Dat lukt niet zomaar, het is een vak op zichzelf wat kennis, ervaring en de juiste kaders vraagt om dit goed te doen. Ik zie hier vooral voor opbouwwerkers een taak weggelegd.’
Wat is nodig om te zorgen dat dit project doorwerking krijgt in de praktijk?
‘Vanuit de WSD moeten we vooral kijken naar bij welke reeds bestaande relaties en initiatieven je je zou kunnen aansluiten. De kunst is om wederkerigheid te creëren; niet enkel iets van bewoners vragen, maar ook iets bijdragen. Aan het eind van onze termijn, over twee jaar, hopen we dat onze inzichten in de praktijk worden gebracht. Bij wijze van spin-off van dit project hebben we bijvoorbeeld het leeratelier Gemeenschapsgericht Leiderschap. Hier gaan we met professionals meer op beleidsniveau in gesprek over hoe zij dit vraagstuk vanuit hun positie aanvliegen.’
Wil je tot slot nog iets kwijt?
‘Recent bezocht ik het landelijke WSD-congres en ik vond het prachtig om te zien hoe actief iedereen is. Wat een rijkdom! Tegelijk is het mijn wens dat we binnen de WSD’s niet te versnipperd acteren en ruimte creëren om te verbinden en verdiepen. Daar is het een prachtig platform voor. Ook vanuit de landelijke associatie WSD zouden we hierover kunnen nadenken, over de grote lijnen en hoe we alle kleinere WSD-projecten kunnen bundelen om zo verdieping en versterking te creëren.’
Zie ook het artikel: https://www.socialevraagstukken.nl/sociaal-professionals-hebben-beperkte-rol-in-samenlevingsopbouw/
Tekst: Wilfred Hermans
Foto: Roy Wanders
Succesnummers in de etalage
De Werkplaatsen Sociaal Domein zijn broedplaatsen van nieuwe oplossingen in het sociaal domein. In een serie artikelen belichten we de komende tijd succesnummers van verschillende werkplaatsen. Dit doen we aan de hand van een vaste set vragen aan de lector die aan de werkplaats verbonden is. Je vindt alle succesnummers hier.